De toekomst in verwachting IV

Paul Huismans: het is een bungee jump met hopelijk een goed elastiek

Jan van Boesschoten
10 min readAug 6, 2020

--

Iedereen kent wel een plek in zijn leven die zich heeft kunnen ontworstelen aan de ketenen van de alsmaar voortslepende tijd. Voor mij is dat de Indische Buurt in Nijmegen. Een plek die ik de afgelopen 30 jaar met grote regelmaat bezocht. In het begin omdat ik in het aangrenzende Bottendaal voor het eerst op kamers ging om vrijheid en eenzaamheid te leren kennen. De afgelopen jaren omdat een goede vriend van de middelbare school daar een kroeg runt. De droom die hij op zijn zestiende had, is verwezenlijkt. Samen met zijn vrouw runt hij Cafe Frowijn dat in de Indische Buurt omhelst wordt door de Pontanus-, Franse en van Spaenstraat.

Het is eind juli. Het terras van Frowijn is weer open en samen lopen Paul en ik door de buurt. Wederom kan ik me niet aan de indruk onttrekken dat de tijd hier heeft stil gestaan. De rustige straten, de typische lage huizen met hun erkers, bogen, witte kozijnen en het ritme van speels metselwerk met gekleurde baksteen lijken een dikke middelvinger op te steken naar de steeds sneller stromende digitale rivier die steeds meer bezit neemt van de uiterwaarden in de fysieke wereld. Met de Waal op een steenworp afstand heerst hier rust, zelfs nu de lockdown is opgeheven. Dit is de tweede keer dat we elkaar zien sinds het virus. De eerste keer was de dag voordat het terras open ging. Nu, een paar weken later, maakt Paul Huismans de balans op van 5 maanden Covid-19.

“Op zondag 15 maart waren wij open. Het toeval wilde dat we die avond met al het personeel uit eten zouden gaan in het restaurant van een vriendin. Er was voor die avond een persconferentie aangekondigd. Iedereen voelde dat er iets in de lucht hing. Vanaf 9 maart hadden we geen handen meer mogen schudden en op 12 maart was het bericht gekomen dat iedereen thuis moest werken. De hele dag appte ik met die vriendin of we het wel door moesten laten gaan. Om half zes kwam het bericht dat de horeca in heel Nederland om zes uur moest sluiten tot nader order. Het zou in eerste instantie drie weken duren. Dat werden drie maanden. We zijn uiteindelijk nog wel met het personeel bij die vriendin gaan eten, puur omdat het eten op moest. Wel achter gesloten gordijnen natuurlijk.”

“Toen ik de volgende ochtend de gordijnen open deed, besefte ik dat ik de vorige dag om half zes nog een goed draaiend cafe had en om vijf over zes helemaal niets meer. Dat was een rare gewaarwording. Ik had niets meer te doen, althans geen dingen die ik normaal zou doen. Ben toen gelijk achter de computer gedoken om allerlei dingen uit te gaan zoeken. Wat was het plan? Wat waren de bedoelingen? Welke regels waren van toepassing en natuurlijk wat waren de mogelijkheden? Mijn baan als cafébaas was getransformeerd tot een kantoorbaan. Iets dat ik mijn hele leven had proberen te voorkomen. Ik volgde iedere dinsdagavond de persconferentie waarin de nieuwe regels werden aangekondigd. Ik ben overigens snel afgehaakt omdat iedere keer datgene dat aangekondigd werd, ook weer uitgesteld werd. Dat hielp niet echt. Waar ik vooral heel erg veel last van had, was het gebrek aan zekerheid. Wij wisten op geen enkel moment, wat en wanneer we iets konden gaan doen.”

“Op aanraden van een vriend zijn wij na twee dagen al een doneer actie gestart. Volgens hem paste dat bij ons. Wij hebben een hele vaste schare aan gasten en vrienden omdat we een echte buurtkroeg zijn. We kennen veel van onze gasten persoonlijk. Die actie liep erg goed. Ik vond dat zelf nog wel een dingetje. Als zelfstandig ondernemer wil ik mijn eigen broek ophouden. Daarom moest ik wel even serieus over die actie nadenken. Uiteindelijk hebben we het gedaan ook op aanraden van andere vrienden en kennissen. Ik vind het niet fair om je hand op te houden en er niks voor terug te doen dus hebben we onze voorraad weggegeven. Er kwamen mensen met petflessen en pitchers langs, om die met bier te laten vullen. Zo hebben we alle vaten weg getapt. Hierdoor kwamen we ook weer in contact met al onze gasten.”

“Het mooie van de crisis was dat we echt uitvonden wat mensen van ons bedrijf vonden. Dat wisten we wel een beetje maar het was een hele eye opener om dat direct te ervaren. We zijn in al die jaren goed geweest voor een aantal mensen die het bij tijd en wijle moeilijk hadden. Die konden ook altijd bij ons terecht. Het was wel heel erg fijn om die hulp zelf te ervaren.”

“Uiteindelijk zijn we elf weken dicht gebleven. En als je mij vraagt wat ik in die elf weken heb gedaan… Ik zou het niet weten. We zijn wel iedere dag op de zaak aanwezig geweest. Al was het maar om de deur open te doen of het toilet door te trekken. Voor veel vaste gasten is dat ook, achteraf bezien, belangrijk geweest. Die deden namelijk hetzelfde als wat ze anders ook doen. Die kwamen dan op dinsdagmiddag langs lopen om een praatje te maken. Alleen met dat verschil dat ze er nu geen kop koffie bij kregen. Wel op anderhalve meter afstand natuurlijk. Het is toen allemaal niet zo bewust gegaan. Maar onze aanwezigheid in de kroeg heeft ervoor gezorgd dat we contact met onze klanten hielden. Soms kwamen zelfs mensen in de buurt ons koffie brengen tijdens lunchtijd. Dat is dan wel weer grappig.”

“En toen konden we weer open. Dat vond ik echt oprecht spannend. Ik zit nu 20 jaar in de horeca en dit was voor mij het aller spannendste moment in die 20 jaar. Op een gegeven moment heb je alles gezien en weet je alles wel en draai je op een soort routinematige basis. En bij dit kon dat helemaal niet. Had geen idee wat er ging gebeuren. Geen idee hoeveel mensen er zouden komen. Hoe die mensen zich zouden gedragen. Of er gehandhaafd zou worden of niet. Echt geen flauw benul. Het was alsof ik voor de eerste keer een café opende, zonder ooit een kroeg gedraaid te hebben. En toen kwam iedereen gewoon de hele dag langs om te eten en drinken. Zoals altijd. Overigens niet alsof er niks aan de hand was, want het was natuurlijk de eerste keer na heel lang dicht te zijn geweest. Iedereen vond het een beetje vreemd. Het was aftasten. Echt heel gek. Ik deed eigenlijk de dingen die ik normaal deed, maar waarvan ik eigenlijk niet meer wist hoe het moest of hoe het uit zou pakken. Het draait nu allemaal goed. Het is echt nog wel heel erg vermoeiend. Ik vind namelijk dat iedereen zich nog steeds aan de regels en richtlijnen moet houden. Bedrijfsmatig wil ik dat ook. Ik heb geen zin om gehandhaafd te worden omdat er iets niet goed is. De kans te lopen om een paar dagen gesloten te worden of een boete te krijgen. Ik ben ik er dus heel erg op gespitst dat het allemaal volgens de regels gaat. En dat kost heel veel energie. Het kost mij in ieder geval heel veel energie. Ik kan dat moeilijk loslaten. Ik ben er van overtuigd dat er een tweede golf komt. Nederland is niet gemaakt om dat heel lokaal te houden. Neem Nijmegen en Arnhem. Dat zijn twee steden die langzaam aan elkaar groeien. Stel je voor, je gooit Nijmegen dicht en Arnhem niet. Hoe ga je dat regelen met mensen die over en weer in die steden werken? Als ik hier op de fiets stap, zit ik binnen vijf kilometer op de gemeentegrens van Arnhem. Ik denk dat Nederland veel te veel aan elkaar gegroeid is om een uitbraak lokaal te houden. Tenzij we met betonblokken gaan werken bij iedere gemeentegrens. Een beetje zoals het Berlijn van vroeger of het België tijdens de Corona crisis.”

“Door dat hele Corona gebeuren heb ik meer inzicht gekregen in hoe andere mensen zich gedragen en hoe ze denken.Veel mensen hebben mij positief verrast. Mensen waar ik geen 1 op 1 relatie mee had, bleken heel betrokken en begaan met onze situatie te zijn. Maar er was ook een nare kant. Ik verbaas me soms om de onwil van wat minder sociale en minder doordachte groepen mensen. Zoals die complotdenkers die gekke dingen gaan lopen roepen dat de Corona crisis verzonnen is om 5G er doorheen te drukken. Daar snap ik totaal helemaal niks van, dat is absurd. Zoiets kan je toch niet verzinnen. En dat soort nieuws verspreid zich dan snel over sociale media. Was dit 30 jaar geleden gebeurd dan was het heel anders gegaan. Je had toen alleen radio, tv en een telefoon met een vaste lijn en geen Twitter of Facebook. Denk er wel eens over na hoe het dan gegaan zou zijn. Tot voor half maart was ik het vertrouwen in de mensheid een beetje kwijt. Ik moet daar nu iets op terug komen en zeggen dat er toch nog genoeg mensen zijn die wel het goede met elkaar voor ogen hebben. Al met al is het me, en ik hoop ook bij een hoop andere mensen, duidelijk dat we pas op de plaats moeten maken. Ik geloof niet in de Bijbelse tien plagen. Maar het begint er toch aardig op te lijken. Wij vinden met z’n allen wat van de bijbel en dat moeten we ook vooral blijven doen maar als je het in historisch perspectief plaatst, is zo’n situatie al eens eerder voor gekomen. Droogte, overstromingen, sprinkhanenplaag en een pandemie. Ik denk dat de aarde ons wil vertellen dat we er zuinig op moeten zijn . Ik mag dan ook oprecht hopen dat meer mensen zich anders gaan gedragen. Het begin is zo simpel. Hou allereerst eens op met troep maken en wat meer te zorgen voor de wereld om je heen. Mensen gooien hier plastic op de straat en als je daar iets aan zegt, krijg je te horen dat de Stadsreiniging het toch wel opruimt. Wat is dat nou voor instelling?”

“Er gebeurt nu te weinig om een tweede golf te voorkomen, want het is niet voorbij. Veel meer mensen zijn daarvan overtuigd. Ik snap oprecht niet dat mensen nu in het vliegtuig stappen om naar Milaan te vliegen. Ik snap ook niet dat het Nederlands kabinet niet op z’n post zit en geen regie neemt. Het is geen oorlog dus je hoeft niet naar Londen te vluchten zoals in 1940. Maar je kan toch gewoon in Nederland blijven om je zaken te regelen. Het enige dat er gebeurd is, was van Ark optrommelen om iets over mondkapjes te vinden. Verder niks. Hoezo? Hoezo wordt er niet meer iedere week een update gegeven over wat er aan de hand is? Hoezo wordt er vanuit overheidswege niet juist nu ook gezegd dat het beter is om niet te reizen?”

“Straks komt de winter. Het is nu mooi weer. Iedereen kan buiten zitten. Iedereen heeft deuren en ramen open. Dat is eind september en met een beetje mazzel pas eind oktober afgelopen. Dan gaan de ramen en deuren dicht en breekt de pleuris uit. Ik ben één van die ondernemers die zich altijd hard heeft gemaakt om geen verwarming buiten onder de parasols op te hangen omwille van het feit dat ik denk dat onder andere daardoor de aarde kapot gaat. Je gaat buiten toch niet de boel opwarmen? Dat is namelijk de reden dat het meest bedreigde dier op dit moment de ijsbeer is. Die verbrand op het ogenblik zijn poten omdat het 40 graden op de Noordpool is. Maar..., als ik dat het bedrijfseconomisch ga bekijken dan hangt hier straks ook verwarming buiten of we moeten nog dikkere dekens op het terras wegleggen. Dat zal de enige manier zijn om nog mensen te trekken als het buiten vriest.”

“Ik ben in mijn hoofd allang met eind september bezig. Met Ellen ben ik aan aan het bekijken wat we straks kunnen doen. We hebben personeel in dienst. Tijdens de crisis hebben we ze verteld dat wij ook niet weten wat er gaat gebeuren maar dat het heel simpel is. Wij hebben een bedrijf te runnen waar wij een inkomen uit moeten halen. Dat geldt niet alleen voor ons. Dat geldt voor heel veel bedrijven. Als er geen geld meer verdient wordt, moet je de vaste lasten omlaag brengen. Eén van de grootste kosten is personeel. Kunnen we die niet meer betalen dan moeten we ook de bedrijfsvoering gaan veranderen. Stel dat we alleen met zijn tweeën kunnen werken. Dan kunnen we niet meer de openingstijden draaien zoals we die nu draaien dus moet je een alternatief openingsbeleid gaan voeren. Zover is het gelukkig nog lang niet. Maar we zetten wel verschillende scenario's op een rij. Moet wel zeggen dat ik er nog geen slapeloze nachten van heb gehad. Ik kan hier zo heel erg helemaal niets aan doen. Dit is pure overmacht. Klapt de boel dan klapt de boel en dan zien we wel weer.”

“Het is een beetje als bungeejumping. Dat is niet heel erg mijn ding. Ik heb hoogte- en dieptevrees. Maar wat ik wel geleerd heb, is dat ik best kan springen zonder perse de grond te hoeven zien. Dat is een beetje wat er nu gebeurt. Het ergste van een bungee jump is de sprong. Daarna kun je loslaten. Kun je er niets meer aan te doen. De sprong is gemaakt. We zijn nu naar iets onderweg. Het elastiek is nog niet gespannen geweest. Dus we zijn nog niet op de terug weg. Maar goed. Ik ben ondernemend genoeg en er komt wel weer iets nieuws als het elastiek knapt of er geen elastiek is.”

Verder verschenen in de serie ‘De toekomst in verwachting’
- Kyra: online kan de ritselruimte niet vervangen
- Gerard Lohuis: met een nieuwe mindset en passie aan het werk
- Jim Zielinksi: xenofobie heeft een ander gezicht gekregen
- Arnold Wegner: kleinschaligheid gaat groot worden
- Dimitri Madimin: er zijn geen zekerheden meer dus dit is de kans

Over de toekomst in verwachting
Velen in mijn directe omgeving zijn hard geraakt door het Corona virus. Nu de lockdown versoepelt en de rook optrekt, is het tijd om poolshoogte te nemen. Samen met diegenen die weer helemaal opnieuw moeten beginnen, kijk ik naar wat er gebeurd is, waar we nu staan en wat we van de toekomst kunnen verwachten, en welke mogelijkheden er liggen.

--

--

Jan van Boesschoten

As an educated historian, entrepreneur and self taught technologist I like to connect the dots of technical, social and economic developments.